donderdag 29 augustus 2013

Meester Korneel basketbalt

Meester Korneel beleeft veel en veel te veel.
’Meester, wat is jouw favoriete sport eigenlijk?’, vroeg Marieke.
’Favoriete sport? Laat me eens denken’, zei meester.
’Dat is goed meester. We geven je de tijd om te denken. Hoeveel heb je nodig?’, vroeg Gjalt.
’Wat bedoel je met die vraag?’, antwoordde meester Korneel.
’Welke vraag, meester?’, vroeg Gjalt.
’Nou, hoeveel ik nodig heb?
’Gewoon. Hoeveel tijd heb je nodig om na te denken?’
’Ah… juist ja… hoeveel tijd? Nou, doe maar een ons of twee’, zei meester. ‘Wat was je vraag ook al weer, Marieke?’
’Wat je favoriete sport is?’, vroeg Marieke nog een keer.
’Oh, gewoon… eh… tsja… hmmm… ach… doe maar basketbal… geinige sport om zo’n pluimpje met zo’n slagplankje over een net heen te smijten.’
’Meester, doe niet zo vreemd’, zei Marieke.
’Vreemd? Ik? Hoezo?’ antwoordde meester guitig.

Marieke keek me aan en ik haalde mijn schouders op. We zaten op de bank in het gymlokaal en meester Frederick, onze gymmeester, was er niet. Niemand wist waar hij was. Meester had al een paar keer naar de ingang gekeken maar meester Frederick was weg en bleef weg.
’Basketbal doe je niet met een pluimpje en een slagplank en een net, meester. Maar volgens mij weet jij dat ook al wel langer dan vandaag’, zuchtte Marieke.

Meester Korneel keek grappig uit zijn ogen. Zijn piekhaar waaide wat heen en weer en zijn armen bungelden slungelig langs zijn lichaam.
’Ik kan je ook niets wijs maken, zeg. Tuurlijk weet ik wel dat je bij basketbal met zo’n ovalen bal in een doel moet gooien vanaf aan cirkel. Pfff… wie weet dat nou niet?’
Vervolgens liep hij over een lijn.
’Pfoe… valt niet mee hoor, om zo over zo’n lijntje te lopen als je zulke grote voeten hebt als ik.’

We keken naar meester Korneel die weer eens anders dan anders deed.
‘Gaan wíj ook nog wat doen meester, of ben jij vandaag de enige die aan het gymnastieken is?’, vroeg Charlie. ‘Alhoewel ik wel bang ben voor wat we dan zouden kunnen gaan doen. Want als jíj denkt dat basketbal iets is met een rugbybal die je in een handbaldoel moet smijten dan komt deze les niet goed, volgens mij.’
’Niet goed? Hmpf… Als jullie nu allemaal eens eh… tja… hebben ze hier ook tennisballen?’ vroeg meester en hij keek in het rond.
’Je bedoelt die grote zware bruine ballen die bijna niet te tillen zijn, meester?’, vroeg Gjalt met een grote grijns op zijn gezicht.
Meester Korneel, die aan het balanceren was op een groene lijn, stond stil en draaide zich om naar Gjalt.
’Ja, die bedoel ik, volgens mij. Kun jij die even pakken voor me?’

Gjalt wist niet of hij op moest staan of dat meester hem voor de gek hield. Hij bleef zitten en meester liep over verschillende lijnen naar de toestellenberging. Hij zette wat toestellen aan de kant, rommelde wat in een kast en kwam terug met een emmer.
’Ik heb ze gevonden zonder dat ik zocht’, zei meester. ‘Dit, jongens en meisjes, zijn tennisballen.’
’Ik dacht dat het een emmer was’, zei Henke.
’Hmpf… tsja, je hebt gelijk. Ik was weer eens niet duidelijk genoeg. Maar goed dan… dus… in deze emmer zitten de tennisballen. Die heb ik nodig voor het spel.’

Meester zette de emmer neer, liep nog een keer naar de toestellenberging en kwam terug met een basketbal.
’Dit is een bal… geen idee wat voor één maar we kunnen dit ballonnetje wel gebruiken. Mooi van vorm, strak in zijn vel en lekker opgepompt. Jullie negenen gaan aan die kant achter de achterlijn staan en deze bankzitters gaan achter die andere achterlijn staan.’
’Hebben we twee achterlijnen, meester?’, vroeg Majorie.
’Hmmm… tsja, of twee voorlijnen. Maakt niet uit, ga maar staan. Iedereen krijgt twee tennisballen en ik leg deze uit de kluiten gewassen tafeltennisbal hier precies in het midden van de zaal neer…’

Meester Korneel liep naar het midden van de zaal en legde de bal neer. Hij zette zijn voet op de bal en keek, als een verdwaalde generaal, de ruimte rond.
’Jullie gooien die tennisballen tegen deze basketbal aan. Als de bal over die lijn rolt dan winnen jullie. Als hij over die lijn rolt, dan winnen jullie.’
Meester wees naar twee lijnen, ongeveer anderhalve meter van de beide achterlijnen.
We keken elkaar aan.
’Geinig, meester. Zelf bedacht, dit spel?’, vroeg Charlie.
’Misschien wel, vroeger, toen ik nog gymles gaf en zo heel erg goed kon basketballen, denk ik. Iedereen klaar? Oh ja, jullie moeten wel achter je eigen achterlijn blijven. Jullie mogen iemand van je groep aanwijzen om de tennisballen, die in het midden blijven liggen, weer terug te rollen naar je eigen achterlijn. Duidelijk?’
We knikten.

’Ga je gang’, zei meester.
Dat had hij beter niet kunnen zeggen. We gooiden allemaal, zo snel en zo hard we konden, onze tennisballen in de richting van de basketbal. Dertien ballen raakten meester op dertien verschillende plekken.
’Ho… nee hè… heb ik weer’, riep hij terwijl hij naar de zijkant rende. De ballen hadden alleen meester geraakt en niet de basketbal. Die lag nog steeds onbeweeglijk in het midden van de zaal.
’Ha’, zei Charlie. ‘Dat komt goed uit.’
Hij had zijn beide tennisballen nog niet gegooid en wierp de eerste krachtig tegen de basketbal. Die rolde langzaam maar zeker verder tot over de finishlijn.

‘Dat is dus één – nul’, zei meester.

We speelden een paar potjes en werden steeds beter.
’Jullie raken mij al helemaal niet meer’, zei meester na het achtste potje.
’Vind je dat jammer, meester?’, vroeg Marieke.
Meester schudde lachend zijn hoofd.
’Nog één potje’, zei hij.
’Wat is de stand eigenlijk?’, vroeg Henke.
’Geen idee. Niet bij gehouden’, zei meester.
’Weet je nu al wat je favoriete sport was, meester?’, vroeg Marieke nog een keer.
’Basketbal. Had ik toch al gezegd?’, vroeg meester.
’Je zegt wel meer, meester’, zei Charlie.
Meester lachte.
’Beginnen maar’, riep hij.

We gooiden en rolden maar de basketbal had geen zin om over één van de finishlijnen te rollen.
’Stop maar’, zei meester terwijl hij de basketbal oppakte. ‘Goed gespeeld allemaal.’
Meester liet de basketbal vallen. Hij liet hem stuiteren en streelde de bal.
’Wat doe je nou, meester?’, vroeg Henke. ‘Aai je de bal of zo?’
’Ach, mooi toch, zo’n basketbal. En weet je wat het mooiste geluid ter wereld is?’, vroeg hij maar ik kon zien dat hij niet op een antwoord zat te wachten.
’Het mooiste geluid is het geluid van een basketbal die floepend door het netje valt.’
’Hoe weet je dat, meester? Je hebt toch niets met sport?’, vroeg Marieke.

Meester stuiterde de bal nog een keer. Hij rolde de bal op een vriendelijke manier door zijn handen. Daarna ging hij precies op de middenstip staan. Hij boog wat voorover, strekte zich dan en gooide de bal over zijn hoofd naar achter. De bal zweefde door de lucht en drie en een halve seconde later vloog de bal door de ring van de basket. Het netje bolde en ik hoorde een floepend geluid. Daarna stuiterde de bal op de grond en even later lag hij stil op de grond.
We juichten.

´Wat?´, vroeg meester, die nog steeds met zijn rug naar de basket stond gekeerd en zijn eigen bizoendere score niet had gezien.
’Je hebt gescoord, meester’, zei Marieke. ‘Je kunt basketballen.’
’Zei ik toch’, zei meester lachend.

Daarna liep hij naar de bal, raapte hem van de grond en keek lachend naar ons.
’Aankleden’, zei hij waarna hij nog een keer op de middenstip ging staan. We bleven nog even zitten om te kijken hoe dit af zou lopen.
Weer gooide hij de bal, op precies dezelfde manier als even daarvoor. Maar dit keer geen floepend geluid, bij lange na niet. De bal kwam een paar meter voor de basket op de grond terecht.

’Nou moe, heb ik weer’, zei meester.
’Nou weet ik nog niet of je het nu wel of niet kunt, meester’, zei Marieke.
’Ik ook niet’, zei meester. ‘Ik ook niet. Soms moet je niet alles laten zien, dan mag je best een keer wat voor jezelf houden’, zei hij raadselachtig.
Lachend liepen we naar de kleedkamer terwijl meester de bal terug bracht naar de kast in de toestellenberging. Vlak voor ik de zaal verliet keek ik nog even om. Ik zag dat meester de basketbal secondenlang op het topje van zijn vinger liet ronddraaien. Hij lachte er bij en ik… ik schudde mijn hoofd. ‘Je kunt het wel’, zei ik.
Meester lachte en sloeg me op mijn schouders.
‘Zei ik toch’, fluisterde hij waarna hij het licht van de zaal uit deed.


maandag 26 augustus 2013

klaar voor de start

Het thema van de kinderboekenweek is:
Klaar voor de start!
(met uitroepteken)
Sport dus. Ik kreeg net het verzoek om een gedichtje te maken bij het thema.
Dit is het geworden!
(met uitroepteken)


                        nu ik nog

mijn juf zegt dat ik klaar ben voor de start
dat ik heb gedaan wat ik kon
dat meedoen zoveel belangrijker is
dan steeds maar te moeten winnen
dat ik mijn best ga doen
en niet meer hoef te doen dan dat
mijn juf zegt dat ik klaar ben voor de start
dat oefenen kunst heeft gebaard
dat de sprongen die ik maakte
echt met sprongen vooruit zijn gegaan
dat ik de hakken uit mijn lijf heb gerend
dat ik beter ben dan ik ooit ben geweest.
mijn juf zegt dat ik klaar ben voor de start.

                     nu ik nog



donderdag 22 augustus 2013

SOKKELS!

’Ik ga je helpen met die sommen, Janka’, zegt meester Korneel.
’Dat is goed’, fluistert Janka.
’Zo te zien komen die keersommen je keel uit’, zegt meester.
Janka veegt met een mouw tranen van haar gezicht.
’Zevenhonderdzesentwintig’, zegt meester.
Janka kijkt hem verbaasd aan.
’Dat is het antwoord op die som’, zegt hij. Honderdeenentwintig keer 6 is zevenhonderdzesentwintig. Schrijf het antwoord maar op.’
Janka glimlacht.
’Je zegt het voor.’
Meester haalt zijn schouders op.
’Ik weet even geen andere manier om je te helpen.’
Meester Korneel gaat op een kruk zitten, naast de tafel van Janke.
Dan sluit hij Jankes schrift en tokkelt op haar tafel.
’Je hebt je laarzen nog aan’, lacht hij.
Janka knikt terwijl ze de laatste tranen droogt.
’Tussen de middag heb ik slootje gesprongen’, zucht ze. ‘Terwijl ik met mijn moeder de afspraak had gemaakt om dat nooit meer te doen.’
‘Heb je ruzie gehad?’, vraagt meester.
‘Beetje’, antwoordt Janka.
’Vanwege de kletspoten zeker?’, vraagt meester.
’Kletspoten, wat zijn dat?’
‘Dat zijn kletsnatte voeten. Die krijg je wanneer je tenen de bodem van de sloot raken.’
’Dan had ik kletspoten’, zucht Janka. ‘Ik had er zelfs twee. Ik doe het heus niet expres maar het gebeurt gewoon. Ik probeerde echt om óver de sloot te springen.’
’Dat is dus niet gelukt. Vandaar dat je moeder mopperde’, zegt meester.
Janka knikt.
Meester Korneel tikt samen met Janka een ritme op haar tafel.
’En alle sokken zaten in de wasmand’, vult Janka aan.
’Dus je heb blote voeten in je laarzen’, zegt meester lachend.
Hij stopt met tokkelen en kijkt in Janka’s ogen.
Janka knikt.
’Dat ken ik’, zegt meester. Dat voelt alsof je voeten in een oven zitten. Dat voelt een beetje vochtig en zacht en soepel. Maar het is vooral warm waardoor je zo’n rimpelhuidje krijgt. Klopt dat een beetje?’
Janka knikt.
’Dus meid. Je hebt geen sokken aan.’
Meester Korneel wrijft over zijn kin. Dan gaat hij staan en loopt door het lokaal naar het magazijn. Onderweg doet hij zijn schoenen én zijn sokken uit.
De kinderen leggen hun pennen neer omdat ze voelen dat er wat bizoenders gebeurt. Vanuit het berghok komen vage geluiden. Net of er wat omvalt.
‘Tjonge, waar liggen die dingen nou?’, zegt meester.
’Hebbes.’
Direct daarna gaat de deur open en kijkt iedereen verbaasd naar meester Korneel.
’Wat heb jij nou aan?’, schreeuwt Charlie.
’Hoezo?’, vraagt meester vrolijk.
’Je voeten… en je handen… je hebt toch niet… Je hebt de sokpoppen terug gevonden.’
’Dat klopt’, lacht meester. ‘Ik heb de sokpoppen terug gevonden waarvan we dachten dat ze weggegooid waren.’
‘Dat dacht jij, meester’, zegt Marieke. ‘Wij wisten heus wel dat jij ze te goed had opgeborgen.’
Meester lacht.
’Klopt. Maar nu ben ik blij dat ik ze terug heb gevonden.’
Meester Korneel heeft een sokpop om elk van zijn voeten gedaan. En sokpoppen om zijn handen.

‘Lekker warm’, zegt hij.
’Lekker bizar ook’, zucht Humphrey.
’Maar wel hip’, grinnikt Elle Mieke.
’Zo modern heb je er nog uit gezien, meester’, zegt Okki.
De sokpop aan de rechtervoet heeft gele en groene strepen. Twee gigantische knopen kijken als zwarte ogen het lokaal in en slierten wol zwaaien bij elke pas heen en weer.
De andere sokpop is grijs. Uit de bek slingert een slangentong en twee ezelsoren dansen mee als meester door het lokaal loopt.
’Dit is warm zeg’, moppert meester terwijl hij op zijn stoel gaat zitten.
’Is er iemand die dit ook wil?’, vraagt hij. ‘Het helpt ook tegen rimpelige laarsvoeten.’
Iedereen kijkt naar Janka. Die lacht en doet haar laarzen uit.
’Kom maar op, meester’, roept ze. Daarna loopt ze naar voren. Meester haalt een sokpop van zijn rechterhand en geeft hem aan Janka.
Het is een rode, met paarse stippen. En een wijd open staande bek met daarin drie tanden. Ze wurmt haar rechtervoet er in.
Daarna krijgt Janka een veel te grote blauwe voetbalsok met gaten. Twee rode knopen laten de sokpop gevaarlijk scheel kijken.
Janka doet deze ook aan en trekt de sokpoppen recht. Daarna gooit ze een been in de lucht.
Iedereen juicht en applaudisseert. Janke buigt.
’Heb je nog meer van die dingen, meester?’, vraagt Charlie.
Henke staat meteen op en loopt naar de berging. Even later komt hij met een grote doos het lokaal in.
’Ik heb een hele verzameling gevonden. Zeker ook nog de sokpoppen van alle kinderen die je de vorige jaren in je klas had, meester?’, vraagt Henke.
’Hmm… ja, daar kon je wel eens gelijk in hebben’, mompelt meester.
Henke kiepert de doos om. Iedereen staat op en komt er omheen staan. Vervolgens zoekt iedereen twee sokpoppen uit. Schoenen en sokken gaan uit waarna de sokpoppen aan gaan.
’Mooi zeg’, zegt meester Korneel bewonderend.
’Dat heb je weer mooi bedacht, meester’, zegt Elle Mieke.
Meester glundert. Hij blijft glimlachen als iedereen gaat zitten om het rekenen af te maken. Meester heeft zelfs pret als mevrouw Krankheimer het lokaal binnen komt en hoofdschuddend om zich heen kijkt.
’Wat een sokkels zijn jullie toch’, moppert ze. Dan begint ze te gniffelen.
’Als jullie je schoenen uitlaten blijft mijn vloer wel schoon. Doe jullie dit morgen weer?’, vraagt ze.
Meester knikt.
’Morgen weer. Dan is het de eerste officiële sokpoppensokkendag.’
Iedereen juicht om het idee. En meester? Hij juicht mee.


De afgelopen jaren schreef ik meer dan 80 verhalen over (de klas van) meester Korneel.
Het schooljaar is begonnen en ik mer aan onze zoon (groep 3) dat dat weer spannend en bizoender (zo bijzonder dat je t wil kussen) is.
Ik wens iedereen een fijn schooljaar en ik denk er over om meer meesters Korneel te plaatsen!

Jelte