zondag 18 september 2011

de ziener en het leesrijk

Ik weet dat ik een punt heb. Dat ik ergens gelijk in heb. Maar dat gelijk krijg ik pas over zes, zeven jaar na nu. Zo is het altijd gegaan. Maar pas sinds kort besef ik dat het altijd zo is gegaan.
In mijn ‘twitterprofile’ stond het woord ‘ziener’. Ik noemde mezelf een ziener.
@marcelvandriel vond het wat aanmatigend. Hij had gelijk, dacht ik, en ik verwijderde het woord ziener.
Een ziener ziet, weet, voelt, kijkt voorwaarts.

Over zeven jaar ziet iedereen in hoe belangrijk het is dat elke basisschool een rijk gevulde bibliotheek heeft. Dan beseft elke directeur dat zijn school een leesrijk is: een gebied waarin lezen (in al zijn facetten) centraal staat.
Er moeten meer plekken komen waar gelezen wordt. Bibliotheken sluiten en komen (letterlijk en figuurlijk) verder weg te staan van het kind. Leesplezier/ leesbeleving/ het ondergaan van leesgenot wordt minder onder een grotere groep kinderen. Schrijvers en boekwinkels doen hun best een eigen plek te veroveren. Uitgeverijen gaan zien dat ze minder afzetten bij bibliotheken, omdat er minder bibliotheken zijn!
Over vijf, zes, zeven jaar is er een nieuwe realiteit. Dan komt er het besef bij de uitgeverijen dat ze veel meer dan nu de scholen als klant moeten aanspreken.
Hun doel wordt dan: kilometers boeken binnen de scholen plaatsen.
Over vijf, zes, zeven jaar worden dan de scholen leesrijken. Daar profileren scholen zich dan mee.
Dan pas. Let maar op.
Wie helpt me mee mijn punt te maken?
Ik voel namelijk de drang opkomen om het woord 'ziener' weer aan mijn twitterprofiel toe te voegen. Gewoon, omdat ik het ben.

1 opmerking:

  1. Je laat je titel toch niet afpakken door één kritische lezer? Een ziener ziet, of anderen hem nou geloven of niet. En of je het goed ziet, zal over vijf, zes of zeven jaar blijken.

    BeantwoordenVerwijderen